Vanuit Puerto Iguazú zijn we vertrokken naar Córdoba. De tweede grootste stad van Argentinië ligt midden in het land. Het is tevens ook de grootste studentenstad. Toen wij er waren was het net blokpriode, dus weinig studenten. We zijn maar 1 volle dag gebleven in de stad en hebben een free walking tour gedaan. Het symbool van Cordoba is de kathedraal. Best mooi, maar elke Zuid-Amerikaanse (en Europese) stad heeft natuurlijk een kathedraal om mee te pronken. Daarnaast ging de tour nog langs een faculteit van de universiteit en langs het centrale plein, met de nodige uitleg over de geschiedenis van de stad. In Córdoba hebben we voor het eerst empanada’s gegeten. Gevulde deeggebakjes met een hartige vulling. Als ze vers zijn, zeer lekker! Vanuit Cordoba ging het naar Mendoza. Deze stad ligt in het uiterste westen van Argentinië, tegen de grens met Chili.
Mendoza is vooral bekend om de wijn die er geproduceerd wordt. Rond de stad liggen een hele hoop Bodegas* die je kan bezoeken. Voor een paar euro kan je er de wijnen proeven. Specialiteit van de regio is de Malbec-druif. Wij hebben een bike and wine tour geboekt en dat was best geestig. 3 bodega’s en een hoop verschillende wijnen.
Voor de rest is Mendoza een aangename stad om in rond te wandelen. We hebben ook 2 dagen gespendeerd aan het kopen van een auto. We hadden de ideale 4×4 op het oog (Toyota Land Cruiser 100) en een goede prijs afgesproken met de verkopers, maar de Argentijnse bureaucratie wou geen stempel op het aankoopcontract zetten. De idee was om de rest van Zuid-Amerika met de auto te bereizen. Zonder stempel echter geen document van eigendom, dus geen auto. Dan maar met bus en vliegtuig. Achteraf bekeken hebben beide manieren van reizen hun voor- en nadelen. Dus zonder auto is zeker geen drama. Vanuit Mendoza naar Santiago in Chili!
* in het Frans een ‘chateau’, in het Nederlands gewoon wijnhuis